🤝 Vind elkaar op LinkedIn!

Sticky bericht

Semper Floreat en LinkedIn-groep Erasmiaans Gymnasium Alumni slaan de handen ineen. Volg de pagina, betreed de groep en verlies jouw oude schoolvrienden nooit meer uit het oog! Mis je een mede-Erasmiaan? Verspreid het woord en nodig hem of haar ook uit op het digitale Forum Erasmianum!

Erasmus in de Laurenskerk

Maandagavond 28 oktober vindt een theatervoorstelling over ‘Erasmus Roterodamus’ plaats in de Rotterdamse Laurenskerk. Semper Floreat is erop geattendeerd dat de laatste tickets de deur uitgaan: als Erasmiaan kan jij dit niet missen!

Erasmus (1467-1536) is één van de beroemdste Nederlanders ooit: schrijver, theoloog, humanist, pedagoog, kerkhervormer, onderzoeker, dwarsdenker, maatschappij-criticus, ‘influencer’. Toen en nu, nog steeds een inspiratie!

Die inspiratie krijg je ook in de theatervoorstellingen in de grote middeleeuwse kerken in de zes plaatsen, waar Erasmus zijn jeugd en jonge jaren doorbracht. Daarna reisde hij door Europa. ‘De wereld is mijn vaderland’ zei hij, maar hij noemde zich toch ‘Erasmus Roterodamus’, naar zijn geboortestad.

Deze voorstelling wordt georganiseerd door de stichting Avvincente. Aanvang theatervoorstelling Laurenskerk: 20:00 uur. Toegang: €20,-. Klik hier voor tickets of meer informatie.

Venisti, vidisti, vicisti et redibis

Reünie van het 1994 eindexamenjaar op het Erasmiaans Gymnasium

Op 15 juni 2024 vond de langverwachte reünie plaats voor iedereen die in 1994 eindexamen deed op het Erasmiaans Gymnasium. Deze reünie was niet alleen voor degenen die daadwerkelijk in 1994 hun diploma haalden, maar ook voor degenen die van plan waren toen examen te doen, een jaartje (of twee) later eindexamen deden of hun schoolcarrière elders vervolgden. De locatie was perfect: Golfclub Kralingen in Rotterdam, geheel versierd in het thema van de reünie: 1994-2024, 30 jaar!

Het idee voor deze reünie ontstond spontaan in juni 2023. Een WhatsApp-groep werd aangemaakt en binnen korte tijd telde de groep meer dan 80 enthousiaste deelnemers. Het leek alsof de 30 jaar tussen 1994 en het heden meteen bij het eerste digitale weerzien wegviel. De datum voor een reünie werd dus snel geprikt, 15 juni 2024 zouden we elkaar weer gaan zien! In de app-groep stroomden ondertussen de verhalen en anekdotes binnen. “Wat leuk, jij ook hier! Hoe gaat het met jou?” en ook de “Wist je dat…” berichten vlogen over en weer, terwijl de zoektocht oud-klasgenoten die misschien ook deel zou willen nemen aan de reünie door velen werd doorgezet. We hadden nog een jaar te gaan, zou iedereen die nu zo enthousiast was ook naar de reünie (durven) komen? Zouden we wel iedereen kunnen bereiken na 30 jaar? Gelukkig hielpen de sociale media een handje mee, alle kanalen werden aangeboord om oud-klasgenoten te contacten. Via Facebook, LinkedIn en zelfs via contact formulieren op websites van bedrijven en instellingen waar een oud-klasgenoot zou moeten werken werden lijntjes uitgegooid.

De verwachtingen waren hooggespannen. Hoe zou het zijn om elkaar na 30 jaar weer te zien? Als organisatie team kregen we steeds meer vertrouwen dat we iets moois gingen neerzetten. Vele uren werden dan ook besteed aan de voorbereiding. De reünie op 15 juni zou een succes gaan worden, zeker toen duidelijk werd dat het aantal aanmeldingen bleef groeien!

Uiteindelijk kwamen maar liefst 55 oud-Erasmianen naar Rotterdam, vanuit heel Nederland en zelfs vanuit het buitenland. Tot het laatst hoopten we dat ook het zonnetje aanwezig zou zijn. Speciaal voor de reünie werden er zonnebrillen in de groen-witte kleuren van het Erasmiaans besteld , bedrukt met de tekst “Erasmiaans Gymnasium 1994-2024”. Naast het thema “30 jaar na het eindexamen” was het doel vooral een ontspannen reünie te organiseren, voor en door oud-Erasmianen. Het weer was het enige waar we geen invloed op zouden hebben.

Na drie decennia was het tijd om weer eens te bladeren door de bladzijden van ons verleden. Ongeveer 30 jaar geleden liepen we door de poorten van ‘onze’ middelbare school, met grootse plannen en ideeën over een toekomst waarvan de een nog rooskleuriger was dan de ander. Eén ding veranderde niet: of we de school nou verlieten met of zonder diploma, we waren en zijn allemaal Erasmianen.

We vroegen daarom iedereen, ook degenen die niet aanwezig konden zijn op de reünie, een bijdrage te leveren aan een nieuw jaarboek, Het 2024 jaarboek. De vorm was vrij, we stelden alleen de vraag “Vertel eens…wat heb jij de afgelopen 30 jaar gedaan?”. In grote getale stroomden gelijk de anekdotes uit de tijd op school binnen, maar ook persoonlijke (aangrijpende) verhalen over de tijd na school. Dit resulteerde uiteindelijk in een prachtig jaarboek, te mooi en te bijzonder om alleen digitaal te verschijnen. Het besluit om dit boek te laten drukken was dan ook snel genomen.

We kregen fantastische hulp van oud-klasgenoten die spontaan (zakelijke) sponsoring aanboden om de reünie in deze vorm mogelijk te maken. De reünie kon beginnen!

Na een feestelijke welkomstborrel, waarbij de meesten toch even onwennig om zich heen keken, was het ijs snel gebroken. Verhalen werden uitgewisseld, de 30 jaren vielen weg, we waren weer wie we waren en daarna zijn geworden.

Na het diner barstte het feest echt los en werd er volop bijgepraat, gezongen en gedanst tot in de late uurtjes. De speciaal samengestelde Spotify playlist met onze muziek uit de jaren 1988-1994, bracht veel nostalgie naar boven en zorgde voor een geweldige sfeer. De foto’s zeggen alles, gelukkig zijn wij nog uit de tijd waarin niet alles wordt gedeeld op social media! Veel later dan verwacht, pas om half drie in de nacht gingen de laatste Erasmianen naar huis en kon het licht uitgedaan worden. Het feest was ten einde, maar wat was het een succes! Wij zien nu al uit naar de volgende reünie!

Deze reünie was meer dan alleen gezellig samenzijn: het was de herkenning van onze gedeelde geschiedenis en de blijvende banden die we als oud-leerlingen van het Erasmiaans Gymnasium hebben. Het bracht ons terug naar een tijd vol dromen en idealen, maar ook naar de realiteit van het leven dat we sindsdien hebben geleefd. We hebben herinneringen opgehaald en nieuwe herinneringen gemaakt, en het was duidelijk dat, ondanks de verstreken jaren, de connectie die we als Erasmianen  hebben, nooit zal vervagen.

Fleur Sweers

Vergroening van het Forum

Het Forum lag er wat verloren bij. Een stenen aanblik, veel wind, te weinig zitplaatsen, geen beschutting en veel geluid. Eigenlijk zou het plein baat hebben bij een volledige nieuwe inrichting, liefst samen met leerlingen ontworpen zodat het voldoet aan hun wensen. Hiervoor ontbraken de middelen. Wel is met een gulle gift vergroening gerealiseerd. Door een samenwerking met Trompenburg Arboretum en Tuinen zorgen de schoolleiding en leerlingen nu samen voor vijftien lindes, die in zogeheten airpots op de bestaande verharding zijn geplaatst. Deze lindes komen uit een onderzoeksproject van de TUDelft, waarbij onderzocht is of bomen bijdragen aan de vermindering van geluidsoverlast. Het antwoord daarop is ja! Dit wordt ook zo ervaren door mevrouw Bovenberg, die vertelde dat de bomen niet alleen de leerlingen en staf een veel groenere en dus fijnere beleving bieden, maar dat het ook behoorlijk scheelt in het geluidsniveau van haar kwetterende pubers.

De airpots waar de bomen in staan, werden in eerste instantie ‘lelijk’ bevonden door de leerlingen, maar het zijn bijzondere potten. Door de kleine gaatjes groeien de wortels naar het zuurstof toe, waarna ze, eenmaal bij zuurstof aangekomen, afsterven. Zo ontstaat een zeer goed doorwortelde kluit, wat de boom grote overlevingskansen biedt als hij in de grond gepoot wordt.

Naast de vijftien bomen zijn er ook zes banken geleverd door de gemeente, zodat er meer zitplekken zijn. De opstelling van de bomen is samen met een aantal leerlingen ontworpen en ze blijven ongeveer een jaar, zo is nu het plan. Wellicht dat er ondertussen een definitief plan bedacht kan worden!

Door: Els Leclercq

Voor meer informatie over Trompenburg Arboretum en Tuinen: https://trompenburg.nl

Eras uitgespeeld

Door Rosalie Boddé, eindexamenjaar 2023

Delft, Rotterdam, Nijmegen, Leiden of toch Groningen? Universiteit of liever hbo of mbo? Ga je bij een vereniging, en zo ja, welke dan? Op kamers, ja of nee? En weet je zeker dat je dit jaar al wilt studeren en geen tussenjaar neemt? Om niet eens te beginnen over hoe ingewikkeld DUO, Studielink en alle mailtjes van de universiteit zijn. Tijdens mijn hele tussenjaar heb ik net als vele andere Erasmianen, die dit jaar eindexamen hebben gedaan, tegenover dit soort vraagstukken en problemen gestaan. Naast de vele beslissingen die er gemaakt moeten worden, spelen er ook andere dingen in ons leven. Je bent net (of bijna) achttien jaar en krijgt een heleboel nieuwe verantwoordelijkheid op je bordje. Wat je na de zomer te wachten staat weet je niet, en belangrijker nog, wie je na de zomer te wachten staat, weet je ook niet. Waar vijf dagen per week de grootst mogelijke afstand tussen jou en je vrienden de afstand tussen lokaal 004 van Kramer en lokaal 227 was, verspreiden jullie je nu als een koffievlek over Nederland (en wie weet wel verder). Dat is eng.

Het moment dat het voor het eerst tot me doordrong dat we allemaal een andere kant op zouden gaan, herinner ik me nog goed. Het was Koningsdag 2023 en ik was met een van mijn goede vriendinnen op een feest van Augustinus, voor haar een voorproefje op het studentenleven in Leiden. Na een lange middag feest, barstten we beiden middenin een pizzeria in tranen uit. Het magische studentenleventje dat nog heel ver weg leek, werd ineens heel echt en de realisatie dat we niet wisten hoe alles zou gaan lopen kwam flink binnen. Hoewel je weet dat je de leukste jaren van je leven gaat hebben, moet je ook afscheid nemen van je jonge jaren op het Erasmiaans, die tót dat moment op hun eigen manier de leukste van je leven waren.

Tips en tricks voor hospiteeravonden, brakke vrijdagen en het leren voor alle tentamens kan ik jullie nog niet geven. Wat ik jullie wel kan vertellen, is dat je je geen zorgen hoeft te maken. Het feit dat de voordeur sluit, hoeft niet te betekenen dat de achterdeur niet nog op een kiertje staat. Zelfs na mijn jaar in het buitenland was het eerste avondje met iedereen in Nederland weer als vanouds. Dezelfde stomme grappen die gemaakt werden door dezelfde geweldige mensen om me heen: daar hoef je elkaar niet dagelijks voor te spreken. Er staat alweer een datumprikker in de groepsapp voor ons maandelijkse etentje, en de stedentripjes van deze zomer zijn al geboekt. De mensen waar je zo’n groot deel van je tienerjaren mee hebt gespendeerd, zijn niet zomaar van de aardbodem verdwenen wanneer ze naar een andere stad verhuizen. En die wereld die nu ontzettend groot lijkt, is toch een stuk kleiner dan je denkt.

Voor alles wat er de komende maanden komen gaat heb ik totaal geen zenuwen meer. De kans is groot dat mij dat het vreemde eendje in de bijt maakt, maar misschien ben ik daarom juist de persoon die nieuw licht op de situatie kan schijnen. Zes jaar geleden, toen we op z’n Erasmiaans werden geïnaugureerd en voor het eerst onze klasgenoten ontmoetten, stuk voor stuk jong, onzeker en onwetend, stonden we allemaal met knikkende knietjes in een grote kring ons voor te stellen. Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat geen van ons had voorzien wat een mooie tijd we zouden beleven met zo’n fantastische groep mensen. Nu ik terugkijk op dit soort momenten, kom ik al snel tot de conclusie dat die spanning nergens voor nodig was; we zijn allemaal op onze pootjes terecht gekomen.

Dat was ‘m dan mensen, je middelbare schooltijd! Het Erasmiaans hebben we nu wel uitgespeeld, dus is het tijd voor nieuwe plekken, nieuwe mensen en nieuwe ervaringen. Het is einde van een tijdperk, een verlossing die voor sommigen niet snel genoeg kon komen, het begin van je grotemensenleven. Althans, je bent nu meer een soort puber met verantwoordelijkheden. Aan iedereen voor wie dit stuk niet voelt als een trip down memory lane, maar harde realiteit is, wil ik het advies geven dat ik graag aan elfjarige Rosalie had willen meegeven, hetzelfde advies dat ik mezelf nu wéér geef: Maak je niet zo druk. Vergeet er vooral niet van te genieten.

Historische foto: Hockeyclub Gymnasium Erasmianum 1940

Wie staan op deze foto?

In 1936 richtte de geliefde aardrijkskundedocent Han van Zuylen op het Erasmiaans Gymnasium een hockeyclub op: de Rotterdam Mixed Hockey Club Gymnasium Erasmianum (R.M.H.C. G.E.). Het lidmaatschap was populair: op 1 juni 1939 had de club 98 leden, 42 meisjes en 56 jongens. Dit op een schoolpopulatie van zo’n 320 leerlingen. De interesse was zelfs nog groter, maar een aantal aanmeldingen moest worden afgewezen door een “gebrek aan speelvelden”. In januari 1940 werd dit euvel opgelost: “na eindeloze besprekingen” mocht R.M.H.C. G.E. de nieuwe sportvelden in het Museumpark gebruiken.

De dagelijkse leiding was in handen van leerlingen. Zij namen hun taken serieus: er waren algemene ledenvergaderingen, statuten en een huishoudelijk reglement. Sportief succes was er ook. In het schooljaar 1938-1939 schreef de hockeyclub drie elftallen in voor de competities van de Zuid-Hollandse Hockey Bond (Z.H.H.B.). Het resultaat was “overweldigend”, zo staat in Tolle Lege: alle drie de elftallen werden kampioen.

Vijf elftallen van de Erasmiaanse hockeyclub R.M.H.C. G.E. bij het paashockeytoernooi van 1940. Op deze foto staan 67 Erasmianen. Van 10 leerlingen weten we wie ze zijn. Van 24 leerlingen weten we dat ze op deze foto staan, maar niet wie ze zijn. Herken jij iemand op deze foto? Speciale aandacht voor het meisje met de vlechten op de tweede rij: oorlogsslachtoffer Sonja de Jongh? Oorlogsslachtoffer Annet Fransman?

Lees wie al geïdentificeerd zijn op de foto en bij welke namen we nog een gezicht zoeken:

Paashockeytoernooi 1940 – aan de vooravond van de oorlog

De foto, van vijf elftallen van hockeyclub G.E. bij het Paashockeytoernooi in 1940, is opgenomen in het boek Het Erasmiaans Gymnasium in de Tweede Wereldoorlog – Herinneringen van oud-leerlingen (2003). Een pregnante foto, want nog geen twee maanden later zou Duitsland Nederland binnenvallen. Gerk Oberman, rechts op de achterste rij, in gestreept shirt, was dienstplichtig en werd opgeroepen, een maand voor zijn eindexamen. In maart 1945 zou hij gefusilleerd worden als verzetsstrijder. De meisjes Clara Haagman, Dora Sanders, Ineke Bosman en Liesbeth Levie, allen op deze foto, mochten na de zomer van 1941 niet terugkeren naar het Erasmiaans omdat ze Joods waren. Jan Witkop, nog niet geïdentificeerd op deze foto, zou in 1944 omkomen bij een geallieerd bombardement op Berlijn.

Onbekend Joods oorlogsslachtoffer – wie is zij?

Graag jullie speciale aandacht voor het meisje met de lange vlechten. Op de hockeyfoto zit zij op de tweede rij van voren, derde van links. Ik vermoed dat het gaat om Sonja de Jongh (Monaco, 16 juni 1927 – Auschwitz, 3 september 1943) of Annette Lena Fransman (Rotterdam, 12 juli 1927 – Sobibor, 21 mei 1943). Beide meisjes worden op het Erasmiaans nog elk jaar herdacht. En van beide meisjes is geen enkele foto bekend. Daarom zou ik het onbekende meisje graag identificeren.

Na de zomer van 1941 moesten alle Joodse leerlingen van school. De gemeente Rotterdam richtte Joodse scholen voor hen op. In – vermoedelijk – klas 3 gymnasium zat een meisje dat sprekend lijkt op het meisje op de hockeyfoto. Het online AI-programma FaceShape bevestigt dat het om hetzelfde meisje gaat. Maar wie is zij?

Links: onbekend meisje op hockeyclub Erasmiaans Gymnasium (1940). Rechts: onbekend meisje op Joods Lyceum Rotterdam, 3 gymnasium (1942).

Een naam en een gezicht

De Erasmianen hieronder zijn al geïdentificeerd op deze foto, mede dankzij oud-leerling Arthur Trijbits:

18      Gerk Oberman

24      Clara Haagman

28      Liesbeth ‘Liesje’ Levie

29      Ineke ‘Kiki’ Bosman

35a    Hayo de Boer

37      Han van Zuylen (docent/coach)

51      Kees Rijks

56      Kees Kodde

62      Tjomme Kingma Boltjes

66      Dora ‘Do’ Sanders

Wel een naam, geen gezicht

Van de Erasmianen hieronder weten we met zekerheid dat zij op deze foto staan, maar weten wij niet wie zij zijn:

Mini Maranesi, Enny Flieringa, Poele en Tine van Asselt, Eyvor de Miranda, Mieke Koomans, Mieke Hudig, Marianne Hoetink, To de Roo de la Faille, Nel van den Dorpel, Corry Dröge, Henny van Steeden, Buut Leopold, Freek Frets, Jan de Man, Paul Ruoff, Jan van Leeuwen, Jan Witkamp, Jan van Oosten Slingeland, Johan Viergever, Rieuwert Kok, Kees Punt, Rudy Fockens en Bertus Looy.

  • Herken je iemand op deze foto?
  • Ken je nabestaanden van deze Erasmianen?
  • Of vind je het leuk om wat puzzelwerk te doen? We hebben Erasmiaanse portretten uit 1937 en 1938 mét een naam erbij. Kwestie van naast elkaar leggen en goed kijken – jouw hulp is welkom!
  • We zijn ook nog op zoek naar het origineel. Wie kan helpen?

Graag horen we van je via historischekring@erasmiaans.nl.

Anne Schram Ouweneel (eindexamenjaar 1990)

Bronnen:

  • Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Databank sport, ‘Gymnasium Erasmianum (G.E.)’ (z.d.).
  • Stadsarchief Rotterdam, archief 62, inventaris 604: Tolle Lege; Maandblad voor het Gymnasium Erasmianum (februari 1939), 71-72.
  • Stadsarchief Rotterdam, archief 62, inventaris 604: Tolle Lege; Maandblad voor het Gymnasium Erasmianum (juni 1939), 39.
  • ‘Stamboom’, in Het Vrije Volk (15 januari 1981).
  • Schram Ouweneel, A., ‘Het vergeten verhaal van het Joods Lyceum Rotterdam, 1941-1943’, in Rotterdams Jaarboekje (Rotterdam, 2023), reeks 13, jaargang 1, 206-227.
  • Van der Pol-Schilthuis, Isabel, ‘Op stap met onze docent aardrijkskunde’, in Schram-Ouweneel, A. & J. van Oostendorp (reds.), Het Erasmiaans Gymnasium tijdens de Tweede Wereldoorlog; Herinneringen van oud-leerlingen (Rotterdam 2003), 160.

Autobiografie van een flat

“De eerste keer dat ik na zoveel jaar het huis weer binnenstapte was alles anders en alles hetzelfde. Ik was een ademtocht verwijderd van waar ik ooit negentien jaar geleefd had, als kind en jongen. Meer nog, ik was die jongen, de tijd versprong, je zou zeggen in een seconde maar ik bedoel op hetzelfde moment. Ik tuimelde achteruit, ruggelings het licht in.”

Deze zinnen staan achterop het behoorlijk autobiografische boek dat ik onlangs publiceerde: Autobiografie van een flat.

Die jongen die daar in de flat werd geboren en opgroeide, die jongen zat op het Erasmiaans. Klaas Taselaar vroeg me er iets over te schrijven. Nog niet zo eenvoudig want nu juist over het gymnasium schrijf ik nauwelijks. Wel is een constante de niet bij name genoemde school tegenover de flat, waarin de goede lezer het Libanon Lyceum zal herkennen. ‘De geluiden van en om een school hebben iets hoopgevends’ schrijf ik halverwege, en op de slotbladzijde lopen jongens en meisjes uit de zesde klas met tassen en plastic zakken naar een bus, kennelijk klaar om op werkweek te gaan. Nog twee maanden en het is zover. Dan zullen ze het grasveldje voor de flat op stormen, zingend, schreeuwend, boekentassen in de lucht gooiend. En de school zal de vlag hijsen, ze zullen hun bevrijding vieren. Nooit meer huiswerk, nooit meer onverwachte repetities, voorgoed voorbij, tot op de reünie. Er gaat iets weldadigs uit van zo’n touringcar vol leerlingen, iets onverzettelijks. Vermoedelijk zijn de eerste liederen al aangeheven, de eerste boterhammen en appels al uitgepakt. De overmoed van op reis te zijn, het volkomen gebrek aan heimwee, wat een geluk rijdt daar de straat uit.

Volkomen gebrek aan heimwee, dat geldt niet voor dit boek. Maar het zijn niet de melancholie, niet het heimwee, niet de weemoed die de grondtoon vormen van wat ik schreef, al valt niet te ontkennen dat alle drie aanwezig zijn. Het is een poging om het verleden te veroveren op de tijd, zoals Het Parool schreef. Een poging om het geluk en het ongeluk in een zinvol perspectief te zetten. Maar nee, schrijven is toch nog wat anders. Schrijven is ‘laat nadenken’, schrijven is de schimmen die door de kamers lopen vanaf het moment dat ik mijn ouderlijk huis weer in bezit had en achter mijn blocnote (38 regels, ballpoint van caran d’ache, vulling blauw, breed) ging zitten, om die schimmen in een ‘gedroomd verband’ te krijgen. Alles associatief, alles niet voorzien, alles veroorzaakt door de flat die onverwacht weer opdook in mijn leven. Ouders, broer, gedeelde liefde, beste vriend, ziekte en dood, allemaal met en naast elkaar, en allemaal in het licht van een nooit vergeten gelukkige tijd. De oorlog in een straat met twintig gezinnen met jonge kinderen (ik ben van na de oorlog overigens), mijn ouders trouwden in mei 1941, en gingen wonen in het zwaar verwoeste Rotterdam. Voor een paar maanden huurde ze een flat, daarna zouden ze wel een echt huis gaan zoeken, de flat waarin mijn moeder bijna zeventig jaar later zou overlijden. Die oorlog speelt natuurlijk ook een rol, kan niet anders. Maar zelfs in die oorlog werden baby’s geboren in de straat, was er een zeldzame solidariteit, waren er geluksmomenten zoals al die mensen veel later zouden zeggen: het was de gelukkigste tijd van mijn leven.

Al schrijvend ontstond het boek, hoorde ik de verhalen van mijn ouders weer, las ik brieven en agenda’s, ontrolde zich als vanzelf de oude tijd, die nieuw werd.

Vreemd, hoe de tijd niets te maken heeft met de klok.

Otto de Kat/Geurt Gaarlandt

Autobiografie van een flat verscheen bij Uitgeverij Van Oorschot

Versterk jij onze redactie?

Elk jaar jaar ligt bij leden van Semper Floreat de nieuwste editie van Tolle belege op de mat. Daarnaast verschijnen berichten op onze website, in onze nieuwsbrief en op LinkedIn. Dat gaat niet vanzelf, maar is te danken aan de vrijwillige inzet van een kleurrijke redactie.

Semper Floreat is op zoek naar een nieuwe redacteur die wil schrijven of interviewen en mee wil denken over de toekomst van onze kanalen. Hoor jij thuis in deze redactie? Deel je verfrissende ideeën voor Tolle belege dan in 500-600 woorden met post@semper-floreat.nl!

700 jaar Erasmiaans: We want you! 🫵

Ook voor Semper Floreat wordt 2028 een bijzonder lustrumjaar! We kijken ernaar uit om als oud-leerlingen een mooie bijdrage te kunnen en mogen leveren aan de festiviteiten. Uiteraard komt er een speciale Semper Floreat lustrumcommissie met daarin zoveel mogelijk generaties vertegenwoordigd. In overleg met de schoolleiding gaan we leuke dingen bedenken voor zowel de huidige als oud-leerlingen. De Erasmiaanse gemeenschap zal bruisen!

Reünie 2023 van Semper Floreat

Om dit voor elkaar te krijgen zijn we op zoek naar nieuw en ook jong bloed. Het Erasmiaans herbergt ontzettend veel talent en creativiteit en dat zie je terug in de diverse beroepsgroepen die Nederland rijk is. Overal kom je Erasmianen tegen. Zou het niet mooi zijn om een afspiegeling van die diversiteit terug te zien in de lustrumcommissie? En te brainstormen over zowel eenmalige events als meer tastbare en blijvende herinneringen?

Voel je hier iets voor en heb je al ideeën en suggesties, neem dan contact met mij op via post@semper-floreat.nl. Dan kijken we samen naar de mogelijkheden om hier concreet mee aan de slag te gaan. Ben erg benieuwd!

Klaas Taselaar, voorzitter Semper Floreat

Onze vrouw in Rome: Rosalie Boddé

Alle wegen leiden naar Rome. Eind oktober afgelopen jaar, ook die van mij. Tijdens de Romereis in 2021 kwam ik al snel tot de conclusie dat deze stad te bijzonder was om er slechts zes dagen te spenderen, dus leek het me zinnig om er een tijdje te gaan wonen. Italiaans leren, iedere dag pasta eten, alle musea uitspelen, spritz drinken in het zonnetje, mensen ontmoeten van over de hele wereld; zeggen dat ik me hier prima vermaak is zacht uitgedrukt.

Rosalie Boddé op een feestje, uiterst rechts.

Toch weet ik, wanneer iemand me vraagt hoe het Romeinse leventje bevalt, vaak niks anders te zeggen dan dat Rome net zo mooi is als ze altijd al geweest is. Het voelt hier welkom, warm en iedere dag sta ik er opnieuw van versteld dat ik met mijn 17 jaar terecht ben gekomen op een plek die niet voor niets “De Eeuwige Stad” wordt genoemd. Om dagelijks langs plekken te lopen vanuit waar een paar duizend jaar geleden een wereldrijk is ontstaan, waar geschiedenis is geschreven, dat is een onbeschrijflijke ervaring, die ik toch op papier ga proberen te zetten.

In het Italiaans wordt het woord ‘klein’ (piccolo), iets anders gebruikt dan in het Nederlands. ‘Klein’ houdt namelijk niet alleen fysieke omvang in, maar kan ook met leeftijd te maken hebben. Zo is mijn broertje, die een flinke twintig centimeter langer is dan ik, hier toch mijn ‘kleine’ broertje, en ben ik, ondanks dat ik zelfs naar Italiaanse maatstaven niet als lang word beschouwd, ‘grote’ zus. ‘Piccola’ is hoe ik me hier voel.

Ik ben slechts een stille bewonderaar op de plek waar Romulus en Remus op de oever zijn beland, waar Julius Caesar om het leven is gebracht, waar Augustus de Pax Romana creëerde en waar in de honderden volgende jaren talloze kunstenaars de verhalen en gebeurtenissen uit deze tijd hebben geprobeerd vast te leggen. Op iedere hoek van de straat vind je iets bijzonders, of het nu gaat om een gebouw in de barokke stijl, een kerk die vanbinnen stiekem spectaculair is, of een op het eerste gezicht lelijk standbeeldje, dat blijkt te behoren tot een van de sprekende beelden van Rome. Het is wandelen door een geschiedenisboek, waarin je slechts ademloos kunt toekijken.

Mijn favoriete museum blijft de Galleria Borghese. Als gymnasiast in hart en nieren gaat mijn hartje daar sneller kloppen, en dan met name van de Bernini’s. De manier waarop Bernini een compleet verhaal kan vertellen en zoveel emoties kan uitdrukken met een onbeweeglijk beeld, is bewonderenswaardig. Het is alsof marmer tot leven komt, alsof hij de tijd even heeft stilgezet. Het vastleggen van die eeuwenoude verhalen, lijkt me de essentie van wat Rome als stad inhoudt.

Tijd is vergankelijk. Wat niet wordt gedocumenteerd, wordt na verloop van tijd onherroepelijk vergeten. Doordat Bernini, en samen met hem vele andere kunstenaars en schrijvers, de verhalen van bijvoorbeeld Daphne en Apollo en de Roof van Persephone heeft uitgebeeld, heeft hij van een vergankelijk verhaal iets onvergetelijks gemaakt, en tegelijkertijd ook zichzelf een plekje in de geschiedenis gegeven. Rome zelf is net zo: het is een constante herinnering aan het verleden. We leven, wonen en werken tussen de restanten van een vergaan wereldrijk, wat de stad zelf het levende bewijs maakt van wat ze duizenden jaren geleden was.

De Romein zelf lijkt zich niet altijd bewust te zijn van de schoonheid van de stad. De afgelopen paar maanden heb ik een baantje gehad als barista op Piazza Navona. Hoewel ik gemiddeld vier keer per week dit piazza overstak en vervolgens urenlang espresso’s serveerde met uitzicht op het plein, is de aanwezigheid van de prachtige fonteinen en de Sant’Agnese in Agone nooit vanzelfsprekend geworden. In mijn fotogalerij staan tientallen foto’s, allemaal op een andere dag vanuit net een andere hoek genomen. De Romeinen daarentegen lopen er voorbij zonder op of om te kijken. Of het gewenning is of onwetendheid weet ik niet, maar ik kan me niet voorstellen dat het ooit minder bijzonder wordt voor ieder die ooit geraakt is door deze kunstwerken. Zoals het gezegde in het Italiaans luidt: “La bellezza è negli occhi di chi guarda.”

Op het moment van schrijven, ga ik het kleine leventje dat ik hier in een half jaar heb opgebouwd alweer bijna moeten achterlaten. Over drie weken ga ik namelijk samen met een vriend op reis door Italië. Twee maanden, die wij inmiddels hebben omgedoopt tot onze “Giro d’Italia”. Kleine meisjes worden nu eenmaal groot, en ook aan dit tussenjaar, hoewel acht maanden voor vertrek klonk als een eeuwigheid, komt langzaam een einde. Hoe ik het gehad heb in Rome? Geweldig, Rome is nog net zo mooi als ze altijd al geweest is.

Rosalie Boddé is oud-leerling (2023) van het Erasmiaans Gymnasium en trots lid van Semper Floreat.

Pagina 1 van 5

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén